zaterdag 1 maart 2014

Rode draad weblogs


Rode draad

De ooggetuige.
Het boek heet de ooggetuige omdat de hoofdpersoon van het boek de ooggetuige is van een overval. In het boek komt vooral de band tussen twee zussen naar voren. Maar ook komt het onderwerp schuld en schuldgevoelens naar voren. Bibi voelt zich schuldig over Manon die slechtziend is, omdat het door haar komt dat Manon niet meer goed kan zien.

De donkere kamer van Damokles.
Nadat je het boek uit hebt, zie je dat fantasie en werkelijkheid een grote rol speelt in dit boek. Dorbeck kan de fantasie zijn van Osewoudt, omdat ze zo op elkaar lijken. Maar Dorbeck kan ook echt bestaan, want Osewoudt praat met hem.

De grote wereld.
Het onderwerp van het boek is vooral macht en het uitoefenen van macht. Een voorbeeld van die macht is dat de stad Marchenstad Lilliput wordt overgenomen door de Nazi's. En dat de ''gewone / grote '' mensen de macht hebben over de algemene maatschappij buiten de stad Marchenstad Lilliput.

De vliegeraar.
Het onderwerp vriendschap komt erg naar voren in dit boek. Het gaat om de vriendschap, de band tussen Amir en Hassan. Ze lijken wel broers.
Ook komt de vader-zoonverhouding naar voren. Amir wil namelijk de aandacht van zijn vader, genaamd Baba en wil hem trots maken.

Het gym.
Een belangrijk thema van dit boek ik schaamte. Sandra schaamt zich namelijk voor haar afkomst, want ze zit met veel rijke kakkers op het gymnasium en zij komt uit een achterstandswijk.

Lijmen/het been.
In het verhaal lijmen komt het onderwerp vertrouwen naar voren. Als koper moet je Boorman en Laarmans vertrouwen, omdat je veel geld uit gaat geven. Maar moet je mannen die er fatsoenlijk uitzien en net zijn gekleed geloven? Want zoals je in het boek leest, zijn ze oplichters.

In het verhaal Het been komt het onderwerp schuld en schuldgevoel weer naar voren. Zolang Boorman mevrouw Lauwereyssen niet heeft terug betaald, kan hij niet normaal verder leven. Hij blijft zich schuldig voelen tegenover mevrouw Lauwereyssen, totdat hij het probleem heeft opgelost. 
De dag dat de tijd stilstond.
In dit boek kon ik niet zo goed het onderwerp vinden. Ik dacht ten eerste aan een moeder-zoonverhouding. Omdat Bryon’s vader niet vaak thuis is, krijgt hij een betere band met zijn moeder.
Ook vond ik dat het onderwerp schuld en schuldgevoel weer naar voren kwam. Het is niet zo opvallend, maar nadat de moeder van Bryon een meisje aanrijdt, wilt ze bevriend worden met de moeder van het meisje. Ze wilt bevriend worden met de moeder van het meisje, omdat ze zich meer op haar gemak voelt bij haar dan daar bij de rijke mensen. Maar ik denk ook dat ze het een beetje uit schuldgevoel doet. Ze kan namelijk denken : nu ik haar dochter heb aangereden, kan ik haar misschien wel steunen door vriendinnen te worden.


Niet alle boeken kon ik verbinden met elkaar, maar sommigen wel.

Ten eerste kon ik 'De ooggetuige', 'Lijmen / Het been' en 'De dag dat de tijd stilstond' met elkaar verbinden. Dat komt doordat er in alle drie de boeken schuld en/of schuldgevoelens naar voren komen.
Toch vind ik dat 'Lijmen/Het Been' en 'De dag dat de tijd stilstond' meer verbonden zijn. Dat komt namelijk doordat degene die zich schuldig voelt iets terug wil doen voor het 'slachtoffer'. Bij 'De ooggetuige' is namelijk daar geen sprake van. De schuldige voelt zich schuldig en kan niks terug doen of het oplossen.

Ook kon ik de boeken 'De vliegeraar' en 'De dag dat de tijd stilstond' met elkaar verbinden. In allebei de boeken gaat het namelijk over de ouder-kindverhouding. In 'De vliegeraar' is het dan wel een vader-zoonverhouding en in 'De dag dat de tijd stilstond' een moeder-zoonverhouding, het gaat toch om de band tussen ouders en kinderen. De band tussen ouders en kinderen is erg belangrijk, vooral als er 1 ouder ontbreekt. 

woensdag 5 februari 2014

De dag dat de tijd stilstond - Rachel Joyce

De auteur: Rachel Joyce
Titel: De dag dat de tijd stilstond 
Jaar van uitgifte: 2014
Aantal pagina's: 384
Uitgeverij: Cargo 

De auteur. 
Rachel Joyce is geboren in 1962 in Londen. Ze begon haar carrière als actrice en speelde bij Royal Shakespeare Company en het royal National Theatre. Daarna ging ze werken bij de radio en werkte ze daar 20 jaar. Ze schreef voor de radio hoorspelen en documentaires. Ze woont in Gloucestershire met haar man en vier kinderen. 




De Samenvatting. 
Het boek bestaat ui twee verhaallijnen die aan het einde van het boek bij elkaar komen. Het boek speelt zich af in 1972. 

De eerste verhaallijn gaat over Bryon. Bryon Hemmings woont met zijn zus, vader en moeder op het platteland en gaat samen met een vriend, genaamd James, naar een privéschool. Zijn vader, genaamd Seymour, is niet vaak thuis. Doordat hij vaak afwezig is, belt hij elke ochtend, middag en avond om te kijken wat zijn vrouw aan het doen is en niet stiekem met een andere man is. Zijn moeder, genaamd Diana, is een perfecte moeder. Ze brengt de kinderen naar school, spreekt met de andere moeders van school af en houdt het huis en de tuin op orde. 

Op een dag hoort Bryon van zijn vriend James dat er twee seconden aan de tijd worden toegevoegd vanwege omwenteling van de aarde. Bryon vindt dit interessant, want hoe kan je nou twee seconden toevoegen aan het leven? Bryon wordt er een beetje bang van, maar zijn moeder stelt hem gerust. 
Op een ochtend dat zijn moeder en hij door een arbeiderswijk rijden voor één keer als uitzondering, denkt Bryon dat de tijd twee seconden wordt teruggezet. Diana kijkt op haar horloge terwijl ze rijdt en dan gaat het fout. Ze rijdt een klein meisje aan in die twee seconden. En plots was hun hele perfecte leventje veranderd.

De tweede verhaallijn gaat over Jim. Jim is een man van middelbare leeftijd die zijn leven niet zo op de rails heeft. Hij is vaak opgenomen geweest in een kliniek en door de elektroshocks is hij af en toe zijn geheugen kwijt. Ook heeft hij last van obsessief gedrag. Vroeger is er iets gebeurt in zijn leven en dat heeft te maken met Bryons zijn verhaal. 


Mijn mening. 
Ik vond het boek een aardig boek om te lezen. Er zitten niet veel moeilijke woorden in dus begrijpen deed ik snel. Door de twee verhaallijnen raakte soms in de war, maar hoe verder je leest hoe meer je het snapt en hoe graag je het einde wilt weten. Ook vind ik het leuk hoe de verhalen op het einde bij elkaar komen, want op het eerste gezicht had ik niet gedacht dat deze twee verhalen samen één verhaal werden.

Recensies. 

Net als in De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry zit er een verrassende twist op het eind, als er behoedzame vertrouwensbanden ontstaan tussen de diverse mensen die na de nodige kwetsuren nauwelijks nog durven te hopen op geluk. De twee seconden waarop alles verandert zijn alleen bij Byron in letterlijke zin uitgewerkt, maar op de keper beschouwd beleefden de meeste mensen in deze roman een dag dat de tijd stilstond.

Met simpele omschrijvingen en in enkele woorden weet Rachel Joyce in Perfect haar hoofdpersonen zo neer te zetten dat ze een diepe indruk achterlaten. In het begin voelt de dubbele verhaallijn af en toe wat geforceerd aan, maar gaandeweg wil je van allebei de verhalen weten hoe ze aflopen – en hoe ze met elkaar verbonden zijn.

zaterdag 14 december 2013

Lijmen / Het Been - Willem Elsschot



Auteur: Willem Elsschot
Titel: Lijmen / Het Been
Jaar van uitgifte: 1924
Aantal pagina's: 268
Uitgeverij: Athenaeum-Polak & Van Gennep


De auteur. 
Willem Elsschot is het pseudoniem van zijn volledige naam Alphonsus Josephus de Ridder. Hij werd geboren in Antwerpen en was een zoon van een bakkersgezin. Hij studeerde in Antwerpen aan de Antwerpse gemeenteschool, het Koninklijk Atheneum van Antwerpen en het Hoger Handelsgesticht. Later in 1904 haalde hij het diploma licentiaat in handelswetenschappen op de Rijkshandelshogeschool. Hij maakte alleen niet zijn studies af, omdat hij van school werd gestuurd. 

Toen Alfons de Ridder een kleine jongen was zocht hij vaak zijn oom op in het landelijke Blauberg. Hij wandelde graag in het gebied 'Helschot' en ontleende later zijn schrijversnaam aan deze plaats. 

Alfons had vele beroepen is verschillende steden, zoals in Antwerpen, Brussel, Parijs, Rotterdam en Schiedam. In Schiedam was hij handelscorrespondent op het kantoor van de Werf Gusto en daar werd door een college van hem verteld dat hij de kleurrijke verhalen die hij altijd vertelde, op papier moest zetten. 

Vanaf 1912 werkte De Ridder voor het tijdschrift La Reveu Continentale Illustrée en tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij secretaris van het Nationaal Comité voor hulp en voeding in Antwerpen. Na de Eerste Wereldoorlog stichtte hij zijn eigen reclamebureau op. Zelf vond hij reclame niks, hij formuleerde voor zijn dood in 1960: ''Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven''

File:Willem Elsschot.jpgElsschot had tussen 1964 en 1951 een relatie met de dichteres Liane Bruylant, maar hij had volgens haar nog een relatie met een onbekende vrouw. 
Elsschot overleed op 78-jarige leeftijd aan een hartinfarct in Antwerpen en die dag daarop overleed zijn vrouw Fine. 













Samenvatting. 
Het boek bestaat uit twee verhalen, namelijk Lijmen en Het Been.
Lijmen gaat over twee zakenmannen, genaamd Laarmans en Boorman, die proberen mensen te lijmen voor hun tijdschrift. 
Het Been gaat over het slechte been van mevrouw Lauwereyssen dat later wordt vervangen door een houten been. 

Lijmen:
Laarsman ontmoet Boorman in een café. Boorman biedt hem een baan aan als secretaris van het Algemeen Wereldtijschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. Boorman verteld dat Laarmans goed zal verdienen en ook dat het tijdschrift 250.000 lezers heeft, maar wie deze mensen precies zijn, is niet duidelijk. Ook moet Laarmans zijn naam veranderen in Teixeira de Mattos. 

Boorman zijn schoonzus is overleden en zijn zus wil dat ze wordt begraven in Brussel. Het lijk wordt gebalsemd en vervoerd door Korthals XV, maar Boorman ontdekt dat de lijkwagen ook als ziekenwagen wordt gebruikt en dat is verboden. Hij chanteert Korthals en zegt dat hij twintigduizend exemplaren van het tijdschrift moet kopen. 

De dag daarop komt er een grote klant op kantoor. Alleen Laarmans is er en laat per ongeluk de deur van de redactie open staan waardoor de klant ziet dat er eigenlijk helemaal niks is. De klant vertrekt en zodra Boorman dit hoort wordt hij woedend en neemt Laarmans mee naar de volgende klant om de 'lijm'-techniek te leren. Ze komen terecht bij de firma Lauwereyssen en mevrouw Lauweressyn verteld over haar gezwollen been. 

Boorman gaat een artikel schrijven over de firma Lauwereyssen en keert de volgende dag terug. Laarmans leest het artikel voor en krijgt mevrouw Lauwereyssen zover om honderdduizend exemplaren te laten bestellen. De broer weigert de bestelling maar de volgende dag worden de tijdschriften toch geleverd. Laarmans moet erbij zijn en het incasseren. Zodra ze het bedrag hebben mag Laarmans het houden van Boorman. Laarmans wil het bedrag schenken aan mevrouw Lauwereyssen, maar ze neemt het niet aan. 

Inmiddels heeft Boorman een nieuwe handel is hoestpillen opgezet en heeft Laarmans al tien jaar de leiding over het Wereldtijdschrift. 


Het Been:
Als Laarmans Boorman ontmoet, is zijn vrouw overleden. Boorman verteld over de dood van zijn vrouw en wanneer ze op straat lopen loopt Boorman iemand omver. Het blijkt mevrouw Lauwereyssen te zijn en wanneer Boorman ziet dat zij een houten been heeft, krijgt hij een schuldgevoel. 

Laarmans neemt Boorman mee naar zijn neef Jan die pastoor is. Boorman biecht alles op, maar noemt geen namen. Jan zegt dat het beste is om het geld terug te geven aan de firma. 

Laarmans en Boorman horen van Dikke Jeanne dat de broer van mevrouw Lauwereyssen overleden is. Nu wil Boorman al helemaal dat geld geven maar ze wil het niet aannemen. Boorman spant een rechtszaak aan om mevrouw Lauwereyssen het geld aan te laten nemen, maar de zaak wordt geschrapt. De rechter vindt dat ze dit onderling moeten regelen. 

De firma Lauwereyssen wordt verkocht en Boorman wil al het oud papier opkopen. Er liggen namelijk nog 90.000 brochures en Boorman wil het kopen via een notaris, zodat mevrouw Lauwereysssen niet ziet van wie het geld komt. Doordat het bod op de veilig zo hoog is, wordt Boorman vervoerd met een ziekewagen naar een hospitaal voor geesteszieken. Jan slaagt erin om hem eruit te krijgen en omdat hij mevrouw Lauwereyssen goed kent, haalt hij haar over om het geld aan te nemen. 

Mijn mening. 
Ik vond het wel een leuk boek. Het is weer een keer wat anders en het is ook leuk dat het twee verhalen zijn. Ook al zijn het twee verhalen, ze zijn toch wel verbonden omdat mevrouw Lauwereyssen al voorkomt in het eerste verhaal en dat Laarmans en Boorman ook in het tweede verhaal zitten. Ik vind het grappig hoe de schrijver dat heeft gedaan. Ook was het goed om te lezen want er kwamen niet veel moeilijke woorden in voor. 

Recensies. 

Het is een tijd geleden sinds ik een oude Nederlandse meester oppakte, en het is me maar redelijk bevallen. Dit boek verzandt namelijk in ellenlange monologen van Boorman (de mentor) over onzinnige zaken waardoor het lezen traag verloopt. De lessen aan Laarmans (de verteller) zijn omslachtig, uitgebreid, grotesk en worden steevast in volzinnen onderwezen. In veel boeken werkt dat, maar in dit boek niet. Daartegenover staan kleine hoogtepunten zoals de discussie in het Gasthuis, waar Boorman en Laarmans een fantastische act opvoeren. De eindeloos filosoferende Boorman, die bereid is boete te doen onder de gekken tegenover Laarmans, die nog altijd geen verantwoordelijkheid neemt. Bewustzijn versus lijdzaamheid. De creator versus de volger. Verder snap ik wel dat Lijmen en Het Been, de opkomst en de ondergang, bij elkaar 1 verhaal vormen. De balans ligt echter te veel op Lijmen, en het is jammer dat Het Been veel minder om het lijf heeft. Bij elkaar ben ik niet enthousiast. Echter, ik vermoed dat dit boek lang gaat nawerken en ik het over een tijd alsnog ga oppakken. Wie weet kan ik er dan meer waardering voor opbrengen.

Ik heb dit boek een aantal jaar geleden gelezen, in opdracht voor de school. Ik zou het zelf nooit gekozen hebben.
Achteraf beschouwd ben ik wel blij dat ik het heb gelezen, al moest ik meer dan eens mijn tanden op elkaar zetten en doorlezen.
Sommige van de monologen vond ik verschrikkelijk saai. Ook had ik af en toe moeite met het frans, al gaf de afwisseling tussen nederlands en frans wel vorm aan het beeld van de tijd.
'Het Been' sprak me meer aan de 'Lijmen'. Het schuldgevoel van de hoofdpersoon is heel mooi uitgewerkt.

























maandag 14 oktober 2013

Het Gym - Karin Amatmoekrim

Auteur: Karin AmatmoekrimTitel: Het GymJaar van uitgifte: 2011Aantal pagina's: 256Uitgeverij: Prometheus

Gegevens over de auteur :
Karin Amatmoekrim is geboren op 25 december in 1977 in Paramaribo. Ze heeft een Javaanse moeder en een Chinees-cteools-Indiaanse vader. Amat,oekrim emigreerde in 1981 vanuit Suriname naar Nederland en groeide op in IJmuiden, momenteel woont ze in Amsterdam. Ze doorliep het Gymnasium Felisenum in Velsen Zuid, daarna de studie Moderne Letterkunde (UvA) en studeerde af op de scriptie de Etniciteit in de Surinaamse Literatuur.In 2004 kwam haar debuutroman Het knipperleven uit, die door de pers enthousiast werd ontvangen. In 2006 volgde Wanneer wij samen zijn, een generatieroman gebaseerd op Amatmoekrims familiegeschiedenis. In 2009 verscheen de roman Titus. Ook publiceerde Amatmoekrim dit jaar korte verhalen in De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland, en verving zij columniste Aaf Brandt Corstius drie weken lang met een dagelijkse column in nrc.next.
karin_pas.jpgOp 15 november 2009 kreeg zij als eerste de Black Magic Woman Literatuurprijs uitgereikt voor haar roman Titus.

Bibliografie:
  • Het knipperleven (2004)
  • Wanneer wij samen zijn (2006)
  • Titus (2009)
  • Het gym (2011)
  • De man van veel (2013)
Recensies :

"Het gym houdt allerlei groeperingen in de multiculturele samenleving een spiegel voor en laat zien hoe verwarrend het leven voor een kind in zo'n wereld kan zijn. "
bron: www.volkskrant.nl



"Ondanks de weliswaar geestige maar erg eenvoudige taal heeft Amatmoekrim met Het gym een uitdagende roman geschreven, die standhoudt door haar onaflatende kritische benadering van alle betrokkenen."
bron: recensieweb.nl



Mijn recensie :


Ik vond het boek een mooi boek. Je zag in het boek hoe verschillende culturen met elkaar omgaan. Sandra moet eerst op het gymnasium erg wennen en dat lees je ook in het boek. Dat ze een andere afkomst heeft dan haar kinderen uit haar klas en in een flat woont, daar hebben de andere leerlingen geen moeite mee, maar vinden het juist leuk. Sandra raakt ook erg betrokken met andere kinderen en er onstaan vriendschappen, wat je goed ziet in het boek. Het is een goed boek waarmee je een multiculturele samenleving kan laten zien. Het is goed leesbaar boek


dinsdag 4 juni 2013

De Vliegeraar - Khaled Hosseini

Auteur: Khaled Hosseini 
Titel: De Vliegeraar
Oorspronkelijke titel: The Kite Runner
Jaar van uitgifte: 2003 
Aantal pagina's: 350
Uitgeverij: De bezige bij 

De auteur.
Khaled Hosseini is geboren op 4 maart 1965 in Kabul. Hij is Amerikaanse schrijver en arts van Afghaanse afkomst. Zijn vader werkte bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en zijn moeder werkte als lerares op een school in Kabul. In 1970 verhuisde het hele gezin naar Iran omdat zijn vader daar ging werken in de Afghaanse ambassade. In 1973 verhuisde het gezin weer terug naar Kabul, maar in 1976 verhuisde het gezin weer naar Parijs, doordat zijn vader daar een nieuwe baan had. In 1978 was er een staatsgreep in hun vaderland en vroeg de vader van Khaled politiek asiel aan in de Verenigde Staten. In 1980 woonde het gezin in San José in Californië. 

In 1984 haalde Khaled zijn middelbare schooldiploma en haalde vier jaar later zijn bachelor biologie. In 1989 ging hij geneeskunde studeren en haalde zijn titel Doctor of Medicine. In 1996 voltooide hij zijn opleiding tot internist bij het Cedars-Sinai Medisch Centrum in Los Angeles. 




Samenvatting. 
Het boek gaat over twee jongens van 12 jaar genaamd Hassan en Amir. Hassan is Amirs bediende maar ze zijn ook beste vrienden. Allebei wonen ze met hun vaders in Kabul. Omdat de vader van Amir, genaamd Baba, niet zoveel aandacht aan hem besteedde, wilde Amir graag dingen doen alleen met zijn vader, maar elke keer als Amir dat voorstelde vroeg Baba Hassan mee. Amir wilde zijn vader trots maken en daarom deed hij mee aan een vliegerwedstrijd. Amir won de wedstrijd en Hassan rende achter de laatste vlieger aan die was afgesneden door Amir. Hassan kwam terecht in een donker steegje en zag Assef staan. Assef was een jongen van dezelfde leeftijd en was tegen hun vriendschap, omdat Hassan een Hazara was en Amir een Pashtun en hij vond dat die twee volken gescheiden moesten blijven. 
Toen Assef om de vlieger vroeg aan Hassan gaf Hassan de vlieger niet en werd in elkaar geslagen en later ook verkracht. Amir keek toe vanuit een hoek en deed niets. Dit was een keerpunt in hun vriendschap. 
Een aantal jaren later brak de oorlog uit in Afghanistan en vluchtten Amir en Baba naar Amerika. In Amerika hadden ze erg goed leven en Amir trouwde ook snel met een vrouw, genaamd Soraya. De bruiloft werd verkort doordat Baba erg ziek was door de ziekte kanker. Snel na de bruiloft overleed hij. 
De relatie tussen Soraya en Amir was goed, het enige probleem was alleen dat ze geen kinderen kon krijgen. 
In 2001 kreeg Amir bericht van Rahim Kahn, een oude vriend van Baba. Hij was erg ziek en vertelde ook meteen dat Hassan en zijn vrouw een kind hadden, alleen dat zij allebei neergeschoten waren in de oorlog. Toen Amir dat hoorde, reisde hij meteen terug naar Kabul. In Kabul hoorde hij dat de zoon van Hassan, genaamd Sohrab, in de handen was van de Taliban. Toen hij naar het gebouw ging waar de Taliban en Sohrab zaten, zag hij dat de Taliban Assef was. Assef wilde eerst met Amir vechten, als revanche van vroeger. Wie er won, mocht Sohrab meenemen. Toen Amir bijna aan het verliezen was, hielp Sohrab hem met een katapult en schoot iets tegen Assef aan, waardoor Assef verloor. 
Nu Amir Sohrab had, wilde hij hem meenemen naar Amerika. Omdat dat eerst niet kon, pleegde Sohrab bijna zelfmoord. Maar toen het wel mocht, vond Amir Sohrab bijna dood in een kamer. Hij vertelde dat hij mee mocht naar Amerika en Amir, zijn vrouw Soraya en Sohrab vormde zo een gelukkig gezinnetje. 



Mijn mening. 
Voordat ik het boek had gelezen, had ik de film gezien. Maar het boek laat zo veel meer zien. Als je het boek leest, lijkt het alsof je alles zelf beleefd. Je zit echt in dat boek. Ik vond het vooral een mooi boek. Het gaat over vriendschap, liefde en een band tussen vader en zoon. Ook leer je steeds meer over de cultuur naarmate je in het boek verder komt. Dit boek raad ik vooral aan, omdat het gewoon een erg goed boek is. Ook zou ik eerst het boek lezen en dan pas de film bekijken. 

Recensies.
Wat een verschrikkelijk, tragisch en mooie roman van Hosseini. Hij laat je zien hoe Afghanistan voor de oorlog is geweest. Je komt steeds meer over de cultuur te weten. De stad wordt mooi beschreven, wat niet voor te stellen is gezien de beelden van het journaal. Dit verhaal zorgt ervoor dat je wordt meegesleept in de drama en ellende die de mensen nu nog elke dag moeten meemaken. Hosseini beschrijft op een realistische manier wat Amir voor verschrikkelijke dingen ziet in Kabul, bijna niet voor te stellen dat dit ook echt gebeurt. Een verhaal dat je meesleept en waarbij je tot op het laatste moment blijft hopen op een goed einde…

‘De vliegeraar’ is een van die romans die je helemaal ondersteboven haalt, je tot in de diepste vezels van jezelf raakt en je doet beseffen dat één verkeerde beslissing invloed heeft op het verdere verloop van je leven. ‘De vliegeraar’ is een van die romans die het wezen van ons bestaan onder woorden brengt en miljoenen mensen heeft beroerd (wereldwijd negen miljoen verkochte exemplaren).
















woensdag 20 maart 2013

De grote wereld - Arthur Japin

De auteur: Arthur Japin
De titel: De grote wereld
Jaar van uitgave: 2006
Aantal pagina's: 87
Uitgeverij:''De grote wereld'' was een boekenweekgeschenk van de boekenweek van 2006.

De auteur. 
Arthur Valentijn Japin is geboren in Haarlem op 26 juli 1956. Hij ontwikkelde al van jongs af aan zijn eigen fantasie wereld doordat hij zowel mentaal als fysiek op vroege leeftijd werd gepest. Toen Arthur 12 jaar was pleegde zijn vader zelfmoord en het pesten ging door tot zijn zestiende. Om te ontsnappen van al dat pesten en die vreselijke gebeurtenis met zijn vader, maakte hij zijn eigen fantasie wereld. Na de middelbare school vertrok Arthur naar Londen waar hij naar een toneelschool ging. Nadat hij zijn opleiding had afgerond kreeg hij verschillende rollen in tv series, bijvoorbeeld in Flodder. In 1978 stopte hij daarmee en begon te schrijven. In 2004 ontving hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn boek ''Een schitterend gebrek'' en in 2006 schreef hij ''De grote wereld'' als boekenweekgeschenk. Het boek werd ongeveer 813000 keer gedrukt.  














Samenvatting. 
Het verhaal gaat over de lilliputter Lemmy. Het speelt zich af voor de Tweede Wereldoorlog in het Duitse stadje Marchenstad Lilliput. Het stadje bestaat volledig uit mensen die aan dwerggroei lijden. Zijn ouders hebben hem voor zijn tienerjaren heel erg beschermd voor de buitenwereld en zo kwam hij niet te weten dat zijn lengte en de mensen waar hij mee woonde, geen ''gewone mensen'' waren met een ''normale lengte''. 
De avond voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak stellen de nazi's een verbod in op dwergstadjes. Lemmy en zijn grote liefde Rosa worden uit hun woning gezet en Marchenstad Lilliput wordt gelijk gemaakt met de grond. Lemmy en Rosa moeten in 1939 zich redden in de algemene maatschappij. Even later vinden ze onderdak bij een vrouw, genaamd Frau Moncau, die werkt in een soort theater. Ze vindt een krantenartikel waarin wordt gevraagd naar lilliputters die mee willen doen met een rondtrekkende show in Groot-Brittannië. Rosa wil graag meedoen en een dansnummer instuderen zodat ze mee kunnen doen. Lemmy vraagt zich alleen af of hij dit wel wil. Wilt hij net zoals zijn ouders worden gezien als onderzoeksobject en circusact? Wil hij nog langer als bezienswaardigheid worden gezien om zo in de smaak te vallen ''in de grote wereld''? Ook al heeft hij zo z'n twijfels, Rosa ziet dit als hun enige realistische kans in de ''buitenwereld''. 


Mijn mening. 
Ik vond het een leuk, apart en interessant boek. De hoofdpersoon is eigenlijk een soort van buitenstaander, terwijl wij nu lilliputters gewoon als gewone mensen zien. De wereld wordt beschreven als de wereld hoe je die ziet als lilliputter. Er wordt ook beschreven dat er raar wordt gekeken naar een lilliputter. Vroeger schrokken er mensen zelfs van als ze een lilliputter zagen. Het is een niet zo'n dik boek, dus je komt er snel doorheen. Doordat het boek niet zo lang geleden is gepubliceerd is het taalgebruik ook niet zo moeilijk. 
Ik raad het aan als je niet zo van de dikke boeken bent en als je van leuke, aparte verhalen houdt.


Recensies. 
In het NRC van dinsdag 14 maart 2006 recenseert Arjen Fortuin het boekenweekgeschenk: 
“Het Boekenweekgeschenk is ook een echte Japin in de keuze voor een buitenstaander als hoofdpersoon. De lilliputters in De grote wereld laten zich vergelijken met de Afrikaanse prinsjes uit De zwarte met het witte hart en de door de pokken getekende Lucia uit Een schitterend gebrek. Aanpassen of niet aanpassen, is daarbij de vraag. Als hij de VS verlaat, krijgt Lemmy de opdracht van zijn grootmoeder zichzelf niet te verloochenen: 'Als je mouwen te kort zijn, hak je dan je handen af zodatje jasje beter zit?' Het is een advies dat iedereen graag zou onderschrijven, maar juist in de aantrekkelijkheid van die moraal schuilt de keerzijde van De grote wereld. Want waar de menslievendheid van Japin hem in staat stelt de pijn van zijn personages voelbaar te maken, ga je inde loop van het verhaal een bite missen. Al het kwade in de, grote en kleine, wereld lijkt afkomstig te zijn uit onbenoembare collectieven – of het nu de nazi's zijn of de wetten van de markt. Die overvloed aan goede bedoelingen maakt op den duur een beetje wee.

In De Volkskrant van woensdag 15 maart 2006 concludeert Arjan Peters over het boekenweekgeschenk het volgende: “Japin baseerde zich op historische gegevens, maar zijn verhaaltje is een gladde moraliteit waarmee hij wil benadrukken wat hij zo dikwijls verkondigt: de normale mensen maken zich vrolijk over minderheden en lieden die anders zijn, om hun eigen tekortkomingen te verlichten. Zíj zijn de kleinzieligen. Poeslief en in een geparfumeerde stijl, waarmee hij zich afficheert als een poor man's Couperus, breekt Japin een lansje voor de verdrukte medemens. Soms rammelt zijn Nederlands ('Miss Mazeppa tergde meer dan ze uittrok'), soms vertilt hij zich ('Het soort problemen dat hun dochter te wachten stond kenden zij hooguit uit een nachtmerrie. Die waren van een magnitude die buiten hun competentie viel'), maar boven alles uit ruist zijn mierzoete lier: 'Soms was het net alsof er tussen het rondritselende vuil nog ergens een lach van de vorige avond roezemoesde.' Japin is een Goliath die op zijn hurken gaat en twee dwergen aait. Ondermensen? Wóndermensen, van wie de inwoners van de grote wereld nog heel wat kunnen leren. Onder Japins handen worden alle conflicten boterzacht. Alleen geschikt voor wie bereid is zich te laten wiegen door een weke sprookjesverteller."


vrijdag 21 december 2012

De donkere kamer van Damokles - Willem Frederik Hermans


1.Informatie over Willem Frederik Hermans 

Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921, in het 
Diaconessenhuis te Amsterdam. Hij haatte zijn zus Corry die altijd tot 
voorbeeld werd gesteld, vooral door zijn vader, maar Hermans bleef in haar 
schaduw staan. In 1940 pleegden Corry op eenentwintig jarige leeftijd, en 
Piet Blind, met wie zij een geheime relatie mee had, zelfmoord. Hermans was 
toen achttien en op dat eindigde zijn jeugd. Maar ook in andere opzichten 
veranderde zijn leven. In die tijd namelijk begon ook de Tweede 
Wereldoorlog in Nederland. Door de zelfmoord van zijn zus en de oorlogsjaren 
zag Hermans pas echt in hoe de wereld was : chaotisch.
Deze traumatische ervaring en zijn gevoel van achterstelling en miskenning 
zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn 
schrijverschap. Dat thema komt namelijk nog vaak terug in zijn werk. Zoals de
verwijzingen van de zelfmoord van zijn zus komt in zijn boeken terug. 
Bijvoorbeeld in het boek 'De donkere kamer van Damokles'. In het begin van 
het verhaal heeft de hoofdpersonage namelijk ook een relatie met zijn nicht.

Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium 
te Amsterdam. Doordat zijn vader aandrong in 1940 om sociale geografie 
studeren, is hij toch overgestapt in 1941 naar een studie over fysische 
geografie, waar hij op 9 april 1943 zijn kandidaatsexamen haalde. Helaas 
moest zijn studie staken doordat Hermans weigerde om de 
loyaliteitsverklaring te tekenen.

Na de Tweede Wereldoorlog werkte Hermans mee aan verschillende literaire 
tijdschriften, onder meer aan Criterium en Podium. Hierin werden delen van 
zijn eerste romans gepubliceerd. Tijdens de oorlog experimenteerde hij al veel
met zijn drang tot schrijven.

 Hij trouwde op 4 juli 1950 met Emmy Meurs, een Surinaamse, met wie hij in 
1955 een zoon kreeg genaamd Ruprecht. In 1952 werd hij vervolgd wegens 
een passage in Ik heb altijd gelijk, die beledigend zou zijn voor het rooms-
katholieke volksdeel. Er volgde echter vrijspraak, omdat het om een uitspraak 
van een romanpersonage ging en niet van Hermans zelf.  In 1953  hij 
benoemd aan de Rijksuniversiteit Groningen, aanvankelijk als assistent en 
later als lector in de fysische geografie. Alleen het rare was dat hij tegen werd
gewerkt door zijn vakgroep.  Hij kreeg niet het laboratorium waar hij om 
vroeg, mocht jarenlang alleen aan eerstejaars studenten college geven en 
kreeg geen gelegenheid tot het doen van veldonderzoek. In 1957 werd 
Hermans door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 geprijst met de Prijs 
van de Stichting Kunstenaarsverzet. Hermans weigerde deze prijs aan te 
nemen. Omdat hij vaak niet meer op het instituut verscheen en zijn colleges 
niet goed voorbereidde, nam Hermans ontslag in 1973. In Parijs vestigde hij 
zich als fulltime schrijver. In het sleutelroman 'Onder professoren' nam 
Hermans wraak op zijn oude tegenstanders en het milieu dat hem uitgestoten
had. Er zijn twee boeken uitgekomen die afrekenen met de stad 
Groningen en de universiteit daar, namelijk Uit talloos veel miljoenen (1980) 
en Ruisend gruis (1995).

In 1977 ontving hij in Brussel uit handen van de Belgische koning Boudewijn 
de Prijs der Nederlandse Letteren. Hermans zag dit als de belangrijkste en 
meest eervolle bekroning van zijn werk, vooral, omdat dit ook een blijk van 
waardering was in zijn geliefde België. Als kenner en liefhebber van de Franse 
taal en cultuur voelde hij zich in het Bourgondische België altijd erg thuis.

Hermans werk bestaat voornamelijk uit romans, korte verhalen, essays en 
filosofisch en wetenschappelijk werk. Ook heeft hij enkele gedichten en 
toneelstukken geschreven. Daarnaast geniet hij enige bekendheid als 
fotograaf en maker van collages. In 1957 werkte hij enige tijd als assistent bij
de fotograaf Nico Jesse om ervaring op te doen in de fotografie. Zijn hobby 
was namelijk fotografie.

In 1995 stierf Willem Frederik Hermans in het Utrechts Academisch 
Ziekenhuis.

2. Foto's die te maken hebben met het boek. 



Deze afbeelding past bij het boek omdat Osewoudt een Leica koopt, omdat 
de foto's die hij moest ontwikkelen voor Dorbeck waren mislukt.




















Deze afbeelding heeft te maken met tegenstelling goed en fout. 
Als je namelijk het boek in het groen las, was je goed. En als je het boek in
het rood las, was je slecht. Meestal staat groen ook voor goed en rood voor 
fout.





Deze afbeelding hoort bij het boek, want hier zie je namelijk de twee 
hoofdpersonen, Henri Osewoudt en Dorbeck. Zoals je ziet, lijken het net 
dubbelgangers. En een thema van het boek is dubbelgangers.





Deze afbeelding past bij het boek omdat Osewoudt in zo'n donkere kamer zijn
foto's ontwikkelde.






Ik vind deze afbeeldingen passen bij het boek. Omdat er in het boek veel
gereisd wordt met de tram. Eerste wordt de gele tram steeds genoemd maar
later ook de blauwe. 


3. Het motto.

Het motto is : ''Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen
als hij er niet is. Men zou kunnen willen zeggen: ''Dan moet hij er ook zijn als 
ik hem zoek.'' - Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij 
helemaal niet bestaat.'

Het motto slaat op Osewoudt. Osewoudt wilt namelijk steeds bewijzen dat 
Dorbeck bestaat, want door Dorbeck komt hij ook af en toe in de problemen. 
Osewoudt kan alleen helaas geen bewijs vinden om te bewijzen dat Dorbeck 
(zijn dubbelganger) echt bestaat. Als Osewoudt Dorbeck namelijk nodig 
heeft, is Dorbeck er niet en als Osewoudt Dorbeck niet nodig heeft, is 
Dorbeck er juist wel. 


4. Titelverklaring. 

De donkere kamer verwijst naar een doka waar foto's ontwikkelt worden. 
Foto's spelen in dit verhaal een grote rol. Ook verwijst de donkere kamer naar 
iets anders. Het verwijst namelijk naar de foto die Osewoudt met zijn Leica 
wil maken van hem en Dorbeck om te laten zien dat Dorbeck bestaat. Maar 
als Osewoudt de foto gaat ontwikkelen is de foto mislukt omdat de foto in 
een donkere kamer is gemaakt en toen bestond er nog geen flits.

Damokles verwijst naar Damokles die werkte voor een tiran. Damokles mocht 
één dag koning zijn. Boven zijn hoofd hing een zwaard aan paardenhaar. Zo 
leerde Damokles dat boven het hoofd van een staatshoofd altijd dreiging 
hangt. Net als de dreiging die boven het hoofd van Osewoudt hangt. 


5. Mijn mening.

Als een leraar je verplicht om een boek te lezen dat hij heeft uitgekozen, is 
dat nooit leuk. Het is al helemaal niet leuk als de titel je niet aan spreekt. 
Toen ik de titel las, wist ik ook echt niet waar het verhaal over zou gaan. Ook 
denk je dat het boek nog redelijk dun is als je het boek voor het eerst ziet. 
Maar dan als je er doorheen bladert, zie je dat het alsnog veel bladzijdes zijn 
met een kleine lettertype, waardoor het alsnog veel lezen is. 

Zelf vond ik het boek niet zo'n geweldig boek. De titel sprak me al niet aan 
en door het taalgebruik wat in het verhaal wordt gebruikt, werd het niet 
makkelijker lezen. Ik vond het boek nogal saai en ik volgde het verhaal ook 
niet zo goed. Ik denk dat als ik meer tijd besteed aan het rustig lezen van 
het boek, dat ik het verhaal ook meer snap en dat er ook echt een verhaal 
naar voren komt. Nu was het verhaal nogal onduidelijk voor mij. Als je als 
een jong iemand dit boek wilt lezen, moet je er echt tijd voor maken. Ik denk 
dat volwassenen er sneller doorheen gaan, omdat het wel wat makkelijker is 
voor hun. Zelf raad ik dit boek niet echt aan voor jongeren, omdat je snel 
verveeld raakt tijdens het lezen en ook omdat het verhaal volgen best 
moeilijk is. Maar aan volwassen raad ik het wel aan. Ook raad ik het aan als 
je van ingewikkelde en oude verhalen houdt en verhalen over de oorlog houdt.